De meest paradijselijke eilanden voor een strand verlenging

Phu Quoc – een Vietnamees paradijs in ontwikkeling 

Zoals zovelen vind ook ik het fijn om een rondreis af te sluiten met een aantal dagen aan het strand. Rondreizen vind ik persoonlijk de mooiste manier om een land echt te leren kennen, maar een aantal dagen ontspannen aan het strand hoort ook zeker bij een vakantie. Dit is niet op elke bestemming even makkelijk, maar Vietnam leent zich hier uitstekend voor! Voor mijn eerste reis door Vietnam een aantal jaren geleden, nam ik de beslissing om het paradijselijke eiland Phu Quoc te bezoeken, gelegen ten zuiden van Vietnam en deels ook voor de kust van Cambodja. Na een week Vietnam in vogelvlucht van noord naar zuid zou ik eindigen met twee dagen op het eiland. Al gauw had ik door dat twee dagen veel te kort zijn op dit prachtige eiland!

Bij aankomst word ik opgehaald en naar mijn resort gebracht. Al gauw merk ik dat het eiland nog echt in opbouw is. Her en der zie ik grote projecten die net zijn opgestart. Waarschijnlijk staan hier over een aantal jaren luxe resorts. Voor nu geniet ik van de rust en de ruimte van het eiland. Alleen de hoofdweg is geasfalteerd. Kleine zandpaden brengen je naar je accommodatie of dienen als pad naar het strand. Af en toe kom ik kleine kuddes runderen tegen, die lopen te grazen langs de weg. Het resort waar ik verblijf is kleinschalig, vandaar dat het een van de weinig resorts is dat al afgebouwd is. Het heeft een privé strand, hagelwit en brandschoon. Ik reis in de regentijd, eigenlijk een van de slechtste periodes om het zuiden te bezoeken. Ondanks dat de online weervoorspellers een score 2 geven, geniet ik van een aangename temperatuur. Helaas geen blauwe luchten en felle zon, maar voldoende warmte om een verfrissende duik te nemen.

Op mijn laatste dag op het eiland bezoek ik Sao Beach, gelegen in het zuidelijke puntje van het eiland. Het is een openbaar strand, waar ook dagtoeristen en locals komen. Onder het genot van een cocktail geniet ik van het witte strand, spring ik vanaf de rotsen in het water en speel ik een potje volleybal met de locals. Paradijselijk!

Ilja Wilmer

De Malediven – een ideale combinatie met Sri Lanka

Na mijn reis door Sri Lanka vlieg ik naar Malé. De hoofdstad van de Malediven. Een bestemming die al een tijd op mijn bucketlist staat. Is het hier echt zo paradijselijk als iedereen zegt en de foto’s doen geloven?

De Malediven is een eilandengroep van 1190 koraaleilanden, gelegen in de Indische Oceaan. De hagelwitte stranden, de heldere blauwe zee en de prachtige onderwaterwereld maken het tot een zeer aangename strandbestemming. Tweehonderd eilanden zijn bewoond en 88 eilanden vormen toeristenoorden. Tot voor kort mocht je als toerist alleen naar één van de onbewoonde eilanden met een toeristenresort maar nu is het ook mogelijk om te overnachten op de eilanden waar de locals wonen.

Vanaf Sri Lanka is het maar een uurtje vliegen. Wat ik me van te voren niet gerealiseerd heb is dat we in de avond vliegen en dus vanuit het vliegtuig geen uitzicht hebben over het paradijs. Mocht je een keuze hebben plan je vlucht dus overdag. Op de luchthaven van Malé zijn vertegenwoordigers van alle resorts aanwezig. Je meldt je bij het door jou geboekte resort en de medewerkers helpen je naar de juiste boot of watervliegtuig. Ons resort is niet zo ver van Malé dus wij stappen op de boot en schieten over het water door het paradijs naar onze accommodatie. Ik zou nu graag willen vertellen dat het een prachtig ritje is maar het is aardedonker. Aangekomen worden we vriendelijk verwelkomd en naar onze kamer gebracht.

Als we de volgende ochtend wakker worden zien we eindelijk op wat voor mooie plek we zijn beland. We duiken direct de helderblauwe zee in en proberen te beseffen dat we echt op de Malediven zijn. De vissen zwemmen om ons heen en ik kan niet wachten om de onderwaterwereld te gaan verkennen. Na onze eerste kennismaking met de Malediven besluiten we op onderzoek uit te gaan door een rondje over het eiland te lopen. We lopen met onze blote voeten over het zand en zien in het water allerlei tropische vissen en zelfs kleine haaien zwemmen. Dan is het toch echt tijd om de snorkelset tevoorschijn te halen. We hebben het geluk dat er een koraalrif voor het resort ligt waardoor we vanaf het strand eenvoudig kunnen gaan snorkelen. Ik heb nu toch wel een beetje spijt dat ik nooit mijn duikbrevet heb gehaald, want wat we hier met snorkelen zien is al te mooi om te beschrijven.

De plaatjes hebben niet gelogen. De stranden zijn ECHT hagelwit en de zee is ECHT helderblauw en de onderwaterwereld kan volgens mij niet mooier.

Nathalie de Leeuw

Zamami – een onaangetast paradijs in Japan

De eerste keer dat ik op Okinawa kwam was ik al gelijk verkocht door de charmes van deze eilanden.

We namen de boot naar het nabijgelegen eiland Zamami waar we verbleven in een simpele accommodatie. Van januari tot maart kun je bij dit eiland walvissen spotten, maar wij waren er in juni en kwamen vooral voor het snorkelen met de zeeschildpadden en het duiken. De eigenaar van de accommodatie waar we verbleven bood duiken aan. Omdat het voor mijn man zijn debuutduik was, hebben we de duiken oppervlakkig gehouden. Opvallend is dat de duikplaatsen hier nog zo schoon en onaangetast zijn. We waren steeds de enigen die doken en zagen nergens beschadigd koraal of andere dingen die erop duidden dat het toerisme sporen achterlaat. We hebben voornamelijk murenen en barracuda’s gezien, maar ook schildpadden, kleine octopusjes, koraal in allerlei kleuren, anemonen en verschillende soorten andere vissen. De onderwaterwereld blijft magisch, hoe klein of groot de flora en fauna ook is.

Overal kun je natuurlijk verse vis krijgen op Okinawa. Bij een restaurant konden we gezellig buiten zitten. De eigenaar kreeg net de verse vangst van die dag geleverd en liep vol trots met de mega grote verse vis op ons af. Hij vroeg of we hier wat sashimi van lustten. Als ik me goed herinner was het een blauwe marlijn. Ik ben dol op vis en zeker op sushi en sashimi dus dat liet ik me geen twee keer zeggen. De kok liep terug naar de keuken en kwam al vrij snel weer terug met een bordje sashimi. Ik heb nog nooit zo vers gegeten!

De volgende dag besloten we het eiland verder te verkennen. Het eiland is vrij heuvelachtig dus ik gaf de voorkeur aan een scooter en mijn man koos voor een elektrische fiets. Voor de scooter moest ik mijn internationale rijbewijs laten zien, die ik gelukkig ook bij mij had. Het enige nadeel was dat de accu van de elektrische fiets niet 100% opgeladen was. Spannend dus! Het is heerlijk relaxed om op een eiland rond te fietsen. Onze route liep via een stukje inland maar voornamelijk langs de ‘kust’ van het eiland. Her en der waren er speciale rustplekken gecreëerd om te picknicken en te genieten van het panoramisch uitzicht. Heerlijk die frisse zeelucht!

Er zijn nog zoveel andere eilanden in Japan te ontdekken zoals Iriomote, het vulkanische Yakushima en nog veel meer… dus wie weet kom ik daar een volgende keer!

Daphne van Cauter